14 juli 2025

Interpellatiedebat Sociale Dienst Drechtsteden

Maandagavond 14 juli kwam de gemeenteraad bijeen voor een interpellatiedebat (spoeddebat) over De SGP had samen met GroenLinks het iniatief genomen voor dit debat. Fractievoorzitter Ardjan Boersma voerde hierbij het woord. 

Voorzitter, het komt niet zo vaak voor dat wij als gemeenteraad een interpellatiedebat voeren. De zeer stevige conclusies van het onderzoeksrapport naar de Sociale Dienst Drechtsteden rechtvaardigen dit echter. Wij zijn er als SGP-fractie echt van geschrokken.

Grensoverschrijdend gedrag

Het onderzoek concludeert dat er bij onze Sociale Dienst sprake was van talloze, ernstige misstanden. Op MT-niveau vond grensoverschrijdend gedrag plaats. Seksuele intimidatie, verbale agressie, pestgedrag, favoritisme - een chique term voor het voortrekken van mensen en regelrechte vriendjespolitiek. Er was sprake van onvoldoende onderling corrigerend vermogen binnen het MT. Het gebrek aan voorbeeldgedrag sijpelde door in delen van de organisatie. 

Ook zijn er een aantal zakelijke integriteitskwesties boven water gekomen. Er zijn opdrachten verstrekt en mensen aangenomen in strijd met allerlei inkoop- en inhuurregels om. De HR-functie van de GR Sociaal blijkt een ronduit zwakke positie te hebben. De manier waarop er inhoudelijk en procesmatig is gestuurd op het externe onafhankelijke onderzoek naar de afdeling Handhaving is zeer ongerijmd. 

De SGP realiseert zich heel goed dat slecht gedrag van individuele personen altijd en overal kan voorkomen. De GR Sociaal is hierin niet uniek. Bij ons blijft het dan ook vooral zeer doen dat het lang heeft geduurd voordat er is ingegrepen op het grensoverschrijdende gedrag. Dat had, wat de SGP betreft, eerder gekund en eerder gemoeten. Daarbij merk ik wel op: het is voor een Algemeen Bestuur ook wel heel moeilijk werken met een directeur die informatie verdoezelt, achterhoudt of de zaak mooier voorstelt. Tegen liegen en bedriegen is geen kruid opgewassen.

'Toon aan de top'

Voorzitter, in het rapport gaat het over de ‘toon aan de top’. Gebrek aan voorbeeldgedrag van de directie sijpelde door in (delen van) de rest van de organisatie. Leidinggevenden en medewerkers onder het management team vertoonden in delen van de organisatie vergelijkbaar gedrag. Concreet ging het om pestgedrag en favoritisme.

Toon aan de top. Ik moest in het kader hiervan denken aan een uitspraak van Jezus: ‘Aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist’ (Lukas 12). Jezus zegt dit in de context van het Koninkrijk van God, maar je mag dit ook breder zien. Sommige mensen ontvangen méér dan anderen talent, kennis, een bepaalde positie of verantwoordelijkheid. Van hen mag vervolgens méér worden verwacht. De lat ligt hoger. Het onderzoeksrapport laat zien hoe verkeerd gedrag kan ontsporen als anderen zich onvoldoende uitspreken of daartegen optreden. Die conclusie zou ons allemaal scherp moeten houden. Het onderstreept ons inziens het belang om in het college en in de raad frequent te spreken over integer en zuiver handelen. Om elkaar aan te spreken op het moment dat er normen worden overschreden. Je zou het morele hygiëne kunnen noemen.

Betrokkenheid gemeenteraad

Voorzitter, de gemeenteraad staat op grote afstand van dit alles. Wij hebben geen enkele rol als het gaat om de bedrijfsvoering van de GR Sociaal. Wij hebben geen rol in het werkgeverschap van de directie van de GR. Toch is het ‘ónze’ Sociale Dienst. De honderden medewerkers van de dienst voeren in onze opdracht het beleid uit. Onze wensen kunnen dus direct effect hebben op hun werk. Het is goed om ons daar meer bewust van te zijn. 

Om een voorbeeld te geven: er worden in het rapport een aantal opmerkingen gemaakt over de veranderingen die de GR Sociaal doormaakt. Ik moet zeggen dat ik niet helemaal gerust ben op nut, noodzaak en mogelijk effect van alle ingezette verandertrajecten. Er zijn grenzen aan het verandervermogen van de organisatie, zo concluderen de onderzoekers.

  • Wat betekent dit voor de opdrachten die het AB in opdracht van onze raden aan de organisatie meegeeft, zo vraag ik aan de wethouder.

Wij hebben ons afgevraagd hoe de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de GR Sociaal zou kunnen worden vergroot. Mijn indruk is dat het verdwijnen van de Drechtraad niet heeft bijgedragen aan het zicht en democratische controle op het functioneren van de Sociale Dienst. We hebben toch een beetje met het badwater ook het kind weggegooid. Dat merk je ook bij de regionale raadsbijeenkomsten. Het is ontzettend nuttig om gezamenlijk geïnformeerd te worden en vragen te kunnen stellen. Bij de vorming van de GR Sociaal in 2022 heeft onze gemeenteraad zich uitgesproken voor het instellen van een gemeenschappelijke adviescommissie. De wet op de gemeenschappelijke regelingen (art. 24a) biedt daar de mogelijkheid toe. Zo’n regionale adviescommissie heeft het toen niet gehaald. Laat duidelijk zijn, ik heb geen flauw idee of zo’n gemeenschappelijke adviescommissie in deze kwestie verschil had kunnen maken. 

Mij lijkt dat in ieder geval dit moment benut zou kunnen worden om opnieuw een poging te wagen. 

  • Ik vraag aan de wethouder hoe hij het draagvlak hiervoor binnen het AB inschat.

  • Ik vraag aan de andere fracties of zij bereid zijn om zich in regionaal verband in te gaan zetten voor zo’n gemeenschappelijke adviescommissie. 

We zouden het startmoment van de gemeenschappelijke adviescommissie kunnen koppelen aan de nieuwe raadsperiode in maart 2026.

Herstel en nazorg

Terecht neemt het AB alle conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport over. Met een nieuwe interim-directeur werkt de GR Sociaal nu aan herstel en nazorg. Heel fijn dat we hierover tijdens de laatste raadsledenbijeenkomst door haar al bijgepraat werden. Dit gaf ons vertrouwen in de aanpak. Voor de SGP is daarbij van belang dat er oog is voor mensen die slachtoffer zijn geworden van het grensoverschrijdende gedrag. Het is goed dat de raden elk kwartaal geïnformeerd blijven worden over de invulling en uitwerking van het verbeterplan.

Uit het onderzoek blijkt dat de dienstverlening door de Sociale Dienst niet heeft geleden onder de interne problemen. Het werk is doorgegaan. Burgers hebben hier niets van gemerkt. Dat is een groot compliment voor de medewerkers. Ook wil ik benadrukken dat heel veel medewerkers van de dienst hier gelukkig op geen enkele manier mee te maken hebben gehad. Niet als dader, niet als slachtoffer. En collectief leeft er, zo bleek uit het onderzoek, een grote loyaliteit aan de organisatie. Dat biedt een goede basis voor herstel van onderling vertrouwen. We wensen de interim-directeur en het bestuur van de GR daarbij veel wijsheid en succes.