5 mei 2023
Maria Donk over de betekenis van 4 en 5 mei
Vandaag is het Bevrijdingsdag en vieren we de vrijheid! De SGP interviewde Maria Donk, majoor bij de Koninklijke Marechaussee, en vroeg haar naar de betekenis van 4 en 5 mei. Ook vertelt zij over haar vader die de oorlog van dichtbij heeft meegemaakt.
Wie bent u?
'Ik ben Maria Donk, 59 jaar, geboren en getogen in Papendrecht en sinds 12 jaar ben ik hier weer woonachtig. Ik ben de vijfde uit een gezin van 10 kinderen. Zelf ben ik moeder van een 19 jarige zoon.'
Wat doet u bij defensie?
'Ik werk bijna 38 jaar bij de Koninklijke Marechaussee (KMar). Mijn rang is majoor. Ik ben begonnen bij de politiedienst van de brigade KMar in Katwijk aan Zee. Ik heb diverse functies vervuld o.a. bij de politiedienst, grensbewaking, recherche (w.o. 1 jaar op Curaçao). Tevens gewerkt als Bedrijfsmaatschappelijk werker en als adviseur voor commandant KMar m.b.t. bijzondere personeelszorg. Op dit moment ben ik tijdelijk werkzaam als Veteranen Bedrijfsmaatschappelijk werker. Dat hoop ik nog dit jaar te blijven doen tot ik volgend jaar met FLO (functioneel leeftijdsontslag) hoop te gaan.'
Op welke missies bent u uitgezonden en kunt u daar iets meer over vertellen?
'De KMar is een politiekorps met een militaire status en is wereldwijd veelzijdig inzetbaar. Het korps wordt ingezet op strategisch belangrijke plaatsen, zoals luchthavens, paleizen, buitengrenzen van Europa en in oorlogs-crisisgebieden. Tevens treedt het korps op als politie voor Defensie. Door hun expertise wordt de marechaussee veelal individueel uitgezonden om tijdens missies de lokale politie en overheid te ondersteunen en te adviseren.
Ik ben uitgezonden geweest naar MFO-Sinaï, WEU-Mostar, EU-Sarajevo en voor de VN naar UNIFIL Libanon. Tevens ben ik als stafadjudant een paar weken op werkbezoek geweest naar Afghanistan.
De missies waren allemaal erg verschillend. In de Sinaï werkte ik als politie voor onze krijgsmacht. Mijn eerste uitzending was in 1995 naar Mostar in Bosnië. Daar waren wij met 10 andere Marechaussees. Er werden veel raketten afgevuurd op de stad die toen geheel in puin lag. Het was dagelijks erg onrustig. Ik was tactisch rechercheur en werkte samen met de lokale politie aan diverse onderzoeken op o.a. het gebied van corruptie, aanslagen en zedenzaken. Bij de andere missies was ik meer adviseur op het gebied van mensenhandel en protectie van vrouwen en kinderen.'
Waarom bent u bij de Marechaussee gegaan?
'Misschien omdat ik niet mocht,' lacht ze. 'Ik was als kind al heel sociaal, sportief en avontuurlijk. Ik kom uit een streng gelovig gezin waar thuis op zondag preek werd gelezen. Van mijn vader mocht ik dan ook geen broek dragen en dus zeker niet bij de marechaussee. Mijn moeder wilde graag dat ik verpleegster zou worden. Mijn vader wilde mijn sollicitatie voor de Marechaussee niet ondertekenen toen ik 18 jaar was. Tussendoor ben ik een jaar naar Israël geweest. Daar heb ik gewerkt in een kibboets en bij een restaurant. Toen ik 21 jaar werd, ben ik alsnog bij de Marechaussee gegaan. Mijn vader respecteerde mijn keus en als ik dan op maandagmorgen rond 6 uur vroeg met mijn motor naar de opleiding in Apeldoorn reed, zwaaide hij mij altijd uit. Ik heb het sociale, sportieve en avontuurlijke leven allemaal in dit beroep gevonden, maar vooral de enorme kameraadschap die volgens mij nergens anders is te vinden.'
Kent u familieleden die de Tweede Wereldoorlog van dichtbij hebben meegemaakt?
'Mijn vader heeft de oorlog van dichtbij meegemaakt. De verhalen van mijn vader hebben een grote en belangrijke rol in mijn opvoeding en in de keuzes van mijn werk gespeeld. Hij vertelde ons thuis altijd over deze, voor hem, verschrikkelijke tijd. Hij had enorme heimwee gekend en had dorst en honger geleden wat volgens hem niet te beschrijven was. Wij mochten thuis nooit iets van eten weggooien. Mijn vader is als dwangarbeider bijna 2 jaar te werk gesteld bij een boer in Duitsland die onderofficier was bij de Wehrmacht. Tijdens deze periode, toen deze boer weg was, heeft mijn vader ook een aantal maanden in een strafkamp gezeten. Toen de boer terug kwam op de boerderij en hoorde dat mijn vader naar een kamp was gebracht, heeft hij mijn vader daar uit kunnen halen. Mijn vader was volgens hemzelf onherkenbaar geweest, had uitgevallen haar en tanden en was vel over been geweest. Aan het eind van de oorlog, toen mijn vader hoorde dat de bevrijding naderbij kwam, heeft mijn vader zijn boeltje gepakt en is te voet vertrokken naar Nederland. Hij is via de Belgische Ardennen zo naar zijn woonplaats Streefkerk gelopen. Onderweg heeft hij nog een ontmoeting gehad met de beroemde Amerikaanse generaal Patton.
Gelijktijdig was de jongste broer van mijn vader, oom Krijn, ook als dwangarbeider tewerkgesteld op een Duits eiland. Na de capitulatie van Duitsland voer oom Krijn met het schip Joanna en 46 andere dwangarbeiders naar huis. Op 9 mei 1945 is het schip in de Eems, met de haven van Delfzijl in zicht, op een zeemijn gevaren waarbij 38 anderen, waaronder oom Krijn, om het leven kwamen.'
Over deze gebeurtenis is in het Reformatorisch Dagblad eerder een artikel geplaatst. Klik hier om dat te lezen.
Waar denkt u aan op 4 en 5 mei?
'Op 4 mei denk ik altijd speciaal aan mijn vader en zijn overleden broer. Daarnaast aan al mijn overleden militaire collega's. Op die dag eren wij hen die hun leven lieten voor de vrijheid, zodat hun onvoorwaardelijke inzet nooit zal worden vergeten. Bevrijdingsdag doet ons beseffen dat vrijheid ons hoogste goed is en moet altijd bewaakt worden!'