31 augustus 2022
Wat moeten we met op-z'n-kop-vlaggen?
Deze column verscheen op 31 augustus 2022 op Papendrecht.net.
In de straat waar ik woon, hangt al een paar maanden een Nederlandse vlag. Op z’n kop. Volgens mij hangt hij er al sinds de tijd dat hij een symbool was van het protest tegen de coronaregels. Inmiddels is de omgekeerde vlag uitgegroeid tot hét symbool van het boerenverzet tegen het stikstofbeleid. En als je nog een laagje dieper graaft, staat de op-z’n-kop-vlag eigenlijk voor ongenoegen en wantrouwen over zo ongeveer alles waar de overheid zich mee bezighoudt. Het volk tegen de staat. De Afgehaakte Nederlander tegen de rest.
Ik heb me deze zomer afgevraagd: wat is er voor nodig om de verhouding tussen de overheid en burgers te herstellen? Wat is wijsheid, wat is goed bestuur, in een tijd waar wantrouwen lijkt te regeren? Dat is niet alleen een vraag voor landelijke, maar ook voor lokale politici. Als het regent op het Binnenhof druppelt het in het gemeentehuis. Neem het stikstofbeleid. De gemeente gaat daar niet over, Papendrecht heeft voor zover ik weet geen boeren meer en ook hebben we geen last van stikstofregels (de Biesbosch ligt precies ver genoeg weg). En toch kreeg de gemeente te maken met vlaggen in lantaarnpalen en onacceptabel gedrag door actievoerders.
Maar wantrouwen en ‘afhaken’ kan ook subtieler tot uitdrukking komen. Coronapessimisme en de langslepende kabinetsformatie droegen bij aan een scherpe daling van vertrouwen in de politiek. Het leidde tot een historische lage opkomst gemeenteraadsverkiezingen in maart, ook in Papendrecht. En breder in de samenleving borrelt de vraag: kan de overheid de opeenstapeling van crises waarmee we te maken hebben nog wel aan?
Vorige week verscheen er een interessant boekje van de jonge, briljante wetenschapper Robert van Putten dat hierop ingaat. Tien deugden voor politiek en overheid is gratis te downloaden als e-book. Hij stelt zich de vraag: hoe geven we in een tijd van onzekerheid en wantrouwen vorm aan goed bestuur? Van Putten neemt een diepe duik in de ‘deugdethiek’, een eeuwenoude filosofische stroming die probeert te omschrijven wat het ‘goede leven’ is. ‘Deugden’ hebben een wat oubollig en burgerlijk imago, maar zou je eenvoudigweg kunnen omschrijven als goede karaktertrekken. Denk bijvoorbeeld aan moed, verstandigheid, gematigdheid, rechtvaardigheid, dienstbaarheid, etc. Volgens Van Putten vormt het streven naar dergelijke goede karaktereigenschappen een essentieel onderdeel van goed bestuur.
Van Putten stelt dat de overheid de afgelopen decennia goed bestuur heeft opgevat als een kwestie van de juiste processen inrichten, begeleid door regels en protocollen. Politiek is pragmatisch geworden en sterk verzakelijkt. Politici, bestuurders en ambtenaren zijn geneigd om zich te verschuilen achter die door henzelf opgetuigde systemen en regels. Hoe vaak komt het inderdaad niet voor dat een burger tegen de onverzettelijkheid van een wet of regel aanloopt. In theorie aardig bedacht, maar in de praktijk volslagen onwerkbaar! Op zo’n moment moeten politici en bestuurders worden uitgedaagd om persoonlijk en concreet te worden. De deugdethiek kan daarbij helpen, aldus Van Putten. Deugden gaan immers over concrete mensen. Zo heeft een ambtenaar ‘verstandigheid’ nodig om een praktische oplossing te verzinnen als een vergunningsaanvraag van een ondernemer vastloopt. Zo heeft een wethouder ‘moed’ nodig om een impopulaire maatregel te nemen. Of hebben volksvertegenwoordigers ‘dienstbaarheid’ nodig om goed voeling te houden wat er in de samenleving speelt.
De remedie die Van Putten voorschrijft, zal er niet toe leiden dat de omgekeerde vlaggen pardoes uit het straatbeeld verdwijnen. Politieke karaktervorming is geen kwestie van één druk op de knop, maar vraagt om een lange adem. Toch biedt het ‘oefenen’ van goede bestuurlijke karaktertrekken volgens mij een wenkend perspectief, omdat het op termijn bijdraagt aan daadwerkelijk herstel van de relatie tussen overheid en burger. De sollicitatieprocedure voor een nieuwe burgemeester, het traject voor bestuurlijke vernieuwing door de gemeenteraad, de energie- en asielcrisis waar het college van B&W mee aan de slag moet – in de komende maanden zijn er voldoende mogelijkheden om met die karaktervorming aan de slag te gaan.
Ardjan Boersma, fractievoorzitter SGP Papendrecht